Fluor (F)

Fluor heeft groep 17, periode 2, atoomnummer 9 en behoort tot heP-blok in het Periodiek Systeem. 
Het element behoort tot de reeks: halogenen.

Dit is een simulant van Fluor.
Het echte gas zou minder 
gekleurd zijn.

De fysische eigenschappen:
Fluor is een erg giftig geel/groen gas.
In een chemische reactie neemt fluor snel elektronen op, het is een oxidator. Ook is fluor het meest reactieve en elektronegatieve van alle elementen.
De dichtheid van fluor is 1,696 kg·m−3.
Het smeltpunt is 53 Kelvin (-220,1°C), en het kookpunt is 85 Kelvin (-188,1 °C).
 
De geschiedenis:
Als er sterk zuur aan vloeispaat toegevoegd word, ontstaat vloeizuur, in 1670 heeft Schwandhard ontdekt dat zo'n oplossing glas etste. Oplossingen van fluoriden en vloeizuur HF waren al lang ontdekt, maar pas in 1886 werd het element geïsoleerd door Henri Moissan. De naam Fluor komt van het Latijnse woord fluere wat vloeien of
stromen betekent.
 
Hoe wordt fluor in de natuur gevonden?
Fluor komt (meestal als fluoride) voor in een aantal miniralen zoals vloeispaat, cryoliet (zie de afbeelding hiernaast) en fluorapetiet.

De toepassingen:
Teflon (polytetrafluorethyleen) is een chemische vebinding waarin alle waterstofatomen zijn vervangen door fluor, ook is het een van de grootste moleculen. In veel koelmiddelen, reinegingsmidelen en drijfgassen zit fluor, eerst zat er vaak chloor in deze producten, maar omdat dat slecht is voor de ozonlaag, zit er nu vaker fluor in. Fluor is ook goed voor de tanden (als deze in een kleine hoeveelheid gebruikt word), soms komt fluoride ook voor in tandpasta en drinkwater, maar het word over het algemeen afgeraden omdeze producten te gebruiken i.v.m. de giftigheid van fluor.
 
Bronnen:

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb